Kempencollectie in kaart

De voorbije jaren brachten de vier Kempense erfgoedcellen de erfgoedcollecties en collectiebeheerders binnen hun eigen regio in kaart. Er werden collectiebeschrijvingen opgesteld, maar ook de noden werden bevraagd op vlak van depotbeheer en collectiezorg. Daaruit bleek dat bestaande inventarissen en beschrijvingen versnipperd, niet gelijkvormig en onvolledig waren. Zo groeide het idee om deze uitdagingen gezamenlijk aan te pakken.

Binnen het project Kempencollectie in Kaart registreerde Celine binnen het werkingsgebied van 43 gemeenten 821 erfgoedcollecties van 168 collectiehouders. Dit deed ze volgens het COMETA-model. Naast het beschrijven van de collecties op deelcollectie niveau, verzamelde Celine ook informatie over de bewaaromstandigheden, eigenaarschap, gebruik, registratiegraad en digitalisering van de collecties. Zo ontstond een gedetailleerd overzicht van de noden, kansen en thematische lijnen binnen het Kempens erfgoedlandschap.

Met de resultaten van dit project wort een waardevolle basis gelegd voor een toekomstig Kempens collectieprofiel en collectiezorgbeleid. De verzamelde gegevens kunnen richting geven aan een Kempens actieplan over erfgoedzorg, expertise-uitwisseling, en samenwerking rond publiekswerking en erfgoededucatie.

Hieronder zoomen we kort in op een aantal merkwaardige resultaten. Voor het volledige overzicht van de onderzoeksresultaten, verwijzen we door naar het eindrapport dat binnenkort hier te lezen zal zijn.

Als we kijken naar de inventarisatiegraad van de (deel)collecties, dan merken we op dat ca. 3/4 van de collecties geïnventariseerd is. In de gevallen dat er een inventaris aanwezig is, beschrijft deze bij ca. 40% van de (deel)collecties de collectie volledig. In een op drie gevallen is de inventarisatiegraad onbekend. Tijdens het project werd duidelijk hoe de inventarisatie volgens verschillende standaarden en richtlijnen gebeurt. Meestal hanteren collectiebeheerders hiervoor eigen standaarden. De twee meest voorkomende standaarden zijn Spectrum en ISAD(G). Ook bij registratiesystemen zien we dat er veel verschillende systemen in gebruik zijn. De meest voorkomende systemen zijn Excel en een inventaris op papier.
Op vlak van digitalisering bevat meer dan de helft van de (deel)collecties geen gedigitaliseerde stukken. Binnen de (deel)collecties die wel gedigitaliseerde stukken bevatten, gaat het bij 1/4 van de collecties over een beperkte digitalisatiegraad (tot 20% van de collectie). Bij minder dan 1/4 van de collecties werd de hele collectie gedigitaliseerd.

De meest voorkomende calamiteit is wateroverlast. Bijna 30% van de collecties kreeg hiermee te maken. Dit ging van opstijgend grondvocht tot overstromingen, lekkende waterafvoer of condensatie. Bijgevolg kregen deze collecties doorgaans te maken met schimmels, schade aan het gebouw of de collectiestukken. Daarnaast bleken dieren en insecten, vooral houtworm en zilvervisjes, een veelvoorkomend probleem. Ook dieren die eerder toevallig aanwezig zijn in de bewaarruimtes, zoals vliegen, duiven, egels, zorgen voor vervuiling en schade. Verder vormen diefstal, inbraak en vandalisme een schadefactor voor collecties en in minder mate zorgen structurele problemen aan de bouwschil en brand voor verhoogde risico’s.

Het onderzoek wees verder uit dat 1/4 van de (deel)collecties iet verpakt is. Van collectiestukken die wel verpakt zijn, gebeurde dat bij meer dan de helft met ongeschikte materialen. Daarnaast bevinden de meerderheid van de (deel)collecties zich in gebouwen die beschermd of vastgesteld bouwkundig erfgoed zijn. De onderzoekscijfers geven ook aan dat er vooral een tekort aan opslagruimte heerst. Voor ca. 60% van de collecties is er geen extra opslagruimte meer of zitten de bewaarruimte(s) overvol.

In hoofdstuk 5 van het eindrapport (binnenkort hier beschikbaar) kan je een uitgebreide conclusie terugvinden. Hieronder bespreken we een aantal belangrijke punten.

Het project wijst uit dat het in eerste plaats nog altijd belangrijk blijft om te registreren en eventueel ook te digitaliseren. Weten wat er in een collectie zit en waar het zich bevindt, vormt een basis waarop verder gebouwd kan worden. Daarnaast is het belangrijk voorbereid te zijn op calamiteiten en, indien mogelijk, preventieve maatregelen te nemen. We blijven samenwerking en expertisedeling aanmoedigen, want samen weet je meer.
Tot slot voeren we een pleidooi voor kiezen. Vaak stellen we beslissingen uit om mogelijkheden open te houden, maar als we niet durven beslissen, kunnen we ook niet vooruit gaan. Kiezen is niet altijd verliezen.

Kempencollectie in kaart bracht zowel (deel)collecties als de noden rondom collectiezorg weer aan de oppervlakte ten voordele van een toekomstgericht Kempens collectiezorgbeleid.

Wil je meer lezen over het project? Neem dan zeker hier een kijkje:

Dit project werd uitgevoerd door projectmedewerker Celine Vandenbranden onder leiding van de erfgoedcellen Erfgoed Noorderkempen, Erfgoed Voorkempen, Kempens Karakter en Stuifzand.

In de stuurgroep zetelden volgende partners:

  • Archiefpunt
  • Erfgoedcel Waasland
  • Universiteit Antwerpen
  • FARO
  • Histories
  • Erfgoedcel Brugge
  • Kusterfgoed
  • Provincie Antwerpen
  • meemoo
  • Onderstroom

Tot slot bedanken we ook graag de vele collectiebeheerders in de Kempen die deelnamen aan dit project.