Erasmus+: Kempense IOED’s naar Denemarken

Modernistische gebouwen zijn vaak pareltjes van architectuur, met een heel geometrische vormentaal en het gebruik van (destijds) nieuwe materialen. Het zijn echter net deze kwaliteiten die het duurzaam behoud en gebruik van deze gebouwen moeilijk maakt. Er is vaak een gebrek aan isolatie en koudebruggen komen veelvuldig voor. Het verbeteren van de energieprestaties van deze gebouwen, zonder aan de architecturale kwaliteiten van deze gebouwen te raken, is moeilijk. Niet alleen in de Kempen en in Vlaanderen staat het modernistisch erfgoed voor belangrijke uitdagingen, ook in het buitenland zoekt men manieren om de duurzaamheid van de gebouwen op een kwalitatieve manier te verbeteren.

Dankzij een Erasmus+ -subsidie van de Europese Unie, onderzoekt de werkgroep Duurzaam Erfgoed van Erfgoed Noorderkempen, die bestaat uit onder andere medewerkers van de Kempense IOED’s (Stuifzand, Berg & Nete, Land van Nete & Aa, Voorkempen, De Merode en Noorderkempen) en architectuurcentrum Ar-Tur, hoe men in Nederland en Denemarken met dezelfde uitdaging omgaat. Na een studiereis naar Nederland afgelopen zomer, bezocht collega Martijn tussen 25 en 27 april enkele interessante projecten in Denemarken, die voor heel wat inspiratie en nieuwe ideeën hebben gezorgd. De komende weken en maanden worden deze ideeën verder verwerkt en gedeeld.

We bezochten enkele gerenoveerde modernistische gebouwen en praatten ook met verschillende organisaties en bedrijven die zich voor het behoud en/of beheer van dit prachtige erfgoed inzetten.

De reis begon met een gesprek met Realdania, een privébedrijf dat verschillende types bouwkundig erfgoed beheert en verhuurt. Het bedrijf heeft inmiddelse decennia ervaring met het renoveren van erfgoed heeft onlangs haar bevindingen over het energetisch renoveren van (modernistische) gebouwen diepgaand onderzocht, onder meer ook voor de brede klimaatimpact voor het produceren van nieuwe materialen en het verwerken van het vrijgekomen sloopafval. We bezochten ook een praktijkvoorbeeld, met name de eigen woning van Poul Henningsen waarvan de energieprestaties sterk werden verbeterd door toepassen van onder meer aerogel, een materiaal uit de ruimtevaart.

Veel architecten van de Turnhoutse School hebben hun inspiratie opgedaan in Scandinavië. Ons bezoek aan de Kingo Houses en de Fredensborg Houses maakte dat meteen duidelijk. Beide wijken zijn een ontwerp van de bekende architect JØrn Utzon, die onder meer ook het Opera House in Sydney ontwierp. Wijken als Egelsvennen (Mol) hebben zowel hun architectuur als stedenbouwkundig plan van deze wijken ontleend. In deze wijken zijn de woningen georiënteerd naar gemeenschappelijke groenzones en liggen als kettingen aan elkaar geschakeld en wordt de auto zo veel als mogelijk uit het straatbeeld gehouden.